1
Stel gemeenschappelijke referenties op met uw team
- De verschillende managementstijlen begrijpen: directief, overtuigend, participatief of delegatief.
- Vind uw eigen managementstijl.
- Bepaal uw sterke punten en verbeterpunten.
- Management aanpassen aan de context en de betrokken persoonlijkheden.
- Ontdek het begrip situationeel leiderschap.
- Formaliseer gedeelde doelstellingen: definieer doelstellingen en bijbehorende prestatieniveaus (SMART-doelstellingen).
- Communiceren, bewaken en controleren van de gestelde doelen voor individuen en het team.
Praktisch werk
Casestudies en collectieve reflectie over leidinggevend leiderschap.
2
Uw team leiden
- Situeer de rol van het team in het bedrijf: visie, strategie, middelen, enz.
- Uw imago als leider ontwikkelen: uw emotionele intelligentie gebruiken, weten hoe u in het openbaar moet communiceren, weten hoe u uw moet aanpassen.
- Nieuwkomers succesvol integreren in het team: hen verwelkomen en hun vertrouwen opbouwen.
- Moeilijke persoonlijkheden managen: de verschillende soorten persoonlijkheid en gedrag.
- Mensen aanmoedigen om zich uit te spreken en initiatief erkennen. Ze kanaliseren en verstandig gebruiken.
- De acceptatie van verandering bevorderen en obstakels en individuele en collectieve weerstand uit de weg ruimen.
Praktisch werk
Gefilmde en gedebriefde situaties: leiden van teamvergaderingen met verschillende soorten medewerkers (makkelijk, moeilijk).
3
Communicatieve vaardigheden
- Instructies communiceren: uw gedachten en ideeën structureren, verantwoordelijkheid nemen voor beslissingen en ze duidelijk presenteren.
- Weten hoe u met het onverwachte om moet gaan.
- Wees overtuigend: betrek uw publiek en argumenteer om te overtuigen.
- Omgaan met bezwaren: ze gebruiken om uw punt te maken.
- Negatieve punten communiceren: herkaderen zonder te demotiveren, slecht nieuws brengen en omgaan met onenigheid.
Praktisch werk
Gefilmde communicatieoefeningen.
4
Succesvolle win-win onderhandelingen
- Kies voor een strategie gebaseerd op consensus: het begrip levensposities.
- De visie van de werknemer ontdekken: spontaan luisteren, actief luisteren, vragen stellen en herformuleren.
- Ontwikkel een persoonlijk verkooppraatje en pas u reactie aan op de persoon met wie u praat.
Praktisch werk
Onderhandelingsoefeningen: vaststellen wat onderhandelbaar is en wat niet, vaststellen wat er echt op het spel staat...
5
Vertrouwen opbouwen
- Visie en waarden delen: visie/waarden onderscheiden en op elkaar afstemmen.
- De groep de middelen geven om te handelen, middelen verschaffen.
- De creativiteit van u team ontwikkelen: brainstormen en andere methoden om creativiteit te ontwikkelen.
- Weg van individuele logica naar teambuilding: cohesie en teamgeest.
Praktisch werk
Casestudy en collectieve reflectie over de constructie van het gevoel bij een team te horen.
6
De motivatiehefbomen gebruiken
- Houd rekening met individuele behoeften en zoek manieren om u personeel te motiveren.
- Gebruik een communicatiestijl die is aangepast aan elk type werknemer.
- Een stimulerende sfeer creëren: gebeurtenissen en successen vieren.
- Maak de veranderingen positief.
- Bied concrete hulpmiddelen: voordelen, bonussen, promoties, projecten, arbeidsvoorwaarden, enz.
Praktisch werk
Deelnemers identificeren de oorzaken van motivatie, demotivatie en non-motivatie in hun team. Identificeren en stellen hulpmiddelen voor om de situatie te verhelpen.
7
Durf te delegeren
- De uitdagingen van delegeren begrijpen en identificeren: macht geven en tegelijk de verantwoordelijkheid voor acties behouden.
- Weten wat wel en niet kan worden gedelegeerd.
- Maak onderscheid tussen delegeren en dingen laten doen.
- Uw personeel sterker maken door te delegeren: aan wie moet u delegeren?
- Communiceren en ondersteunen van delegeren: delegatiegesprekken, buy-in van delegeren.
- Delegatie beheren: een auditschema opstellen en de planning onder controle houden
Praktisch werk
Casestudies: een delegatie opzetten, delegatiegesprek en actie opvolgen.
8
Stel uw persoonlijke voortgangsactieplan op
- Benadruk uw persoonlijke talenten en verbeterpunten. Doelen stellen.
- Meetcriteria en aandachtspunten bepalen.
Oefening
Een persoonlijk actieplan voor vooruitgang opstellen.