1

Begrijpen hoe een groep op het werk werkt

• Groepsdynamica analyseren.
• De verwachtingen en behoeften van de groep begrijpen.
• Situeer de rol van het team in het bedrijf.
• Positioneer elk individu binnen de groep.
• Identificeer de capaciteiten van elke werknemer.
• Verzamel criteria voor succesvol groepswerk.
• Verschillende persoonlijkheden herkennen en beheren.
• De visie en waarden van het bedrijf delen.

2

De balans opmaken van uw eigen tijdmanagement

• Het meten van uw perceptie van en relatie met tijd.
• Vertegenwoordig het gebruik van uw tijd.
• Denk na over de sterke punten van uw organisatie en de tijdverspillers.
• Kwantificeer de tijd die besteed wordt aan vergaderingen, telefoon, afspraken, reizen, enz.
• Stel nieuwe doelen en identificeer gebieden die voor verbetering vatbaar zijn.

3

Groepswerk organiseren

• Identificeer de huidige collectieve werktijden.
• Maak een lijst van de taken en plichten van u team.
• Identificeer weerstand tegen tijdsoptimalisatie.
• Teamvaardigheden analyseren.
• Evalueer de motivatie van werknemers bij het toewijzen van activiteiten.
• Rekening houden met individuele en collectieve behoeften bij het organiseren van activiteiten.
• Het management aanpassen aan het maturiteitsniveau van de werknemers.
• Evalueer het interpersoonlijke profiel van uw werknemers om tijd te besparen in discussies.
• Een effectief delegatieplan opstellen.

4

Prioriteit geven aan teamactiviteiten

• Classificeer activiteiten volgens het Eisenhower-principe: belangrijk en dringend.
• Herzie het prioriteitsniveau van activiteiten.
• De tijd bepalen die werknemers aan taken besteden.
• Neem de regels van een effectieve organisatie aan.
• Gebruik planningstools.
• Weten hoe u de taken van uw personeel in de loop van de tijd kunt organiseren.

5

De activiteiten van uw team beheren en controleren

• Definieer de controleregels van het team.
• Collectieve en individuele doelstellingen bepalen met behulp van de SMART-methode.
• Beheren met dashboards.
• Kies monitoringindicatoren.
• Individuele en collectieve actieplannen definiëren en formaliseren.
• Acties na verloop van tijd opvolgen: follow-upgesprekken opzetten.
• Geef constructieve feedback en erkenning.
• Stimuleer behaalde en nog te behalen resultaten.

6

De impact van verandering op de organisatie van het bedrijf beoordelen

• De fasen begrijpen die betrokken zijn bij het accepteren van verandering.
• Communiceren om u voor te bereiden op verandering.
• De reacties van het team op verandering begrijpen.
• Beoordeel de impact van de verandering op de organisatie van het bedrijf.
• Het team verandering laten omarmen.
• Verbeter uw vermogen om beslissingen uit te leggen en begrijpelijk te maken.
• Actie ondernemen om betrokkenheid op lange termijn te behouden.

7

Uw communicatie als manager organiseren

• Ken de basisregels van communicatie.
• Gebruik verschillende vormen van communicatie: digitaal, vergaderingen, interviews, enz.
• Situationeel management gebruiken om uw communicatie aan te passen.
• Groeps- en individuele discussies organiseren.
• Assertieve communicatie gebruiken om u leiderschap te versterken.
• Luister actief, stel vragen en herformuleer.
• Gebruik empathie als een bron van begrip voor uzelf en anderen.
• Verzoeken en onderbrekingen beheren.
• Verzoeken formuleren. "Nee" zeggen.

8

Dagelijkse teamrelaties organiseren: spanningen beheren

• Spanningen bezweren. De drie hersenen: de basis van onze reacties.
• Uw reacties begrijpen en beheren.
• Inzicht in de mechanismen van de dramatische driehoek.
• Gedrag begrijpen en ermee omgaan.
• Negatieve emoties en gedachten beheersen.
• Uw eigen spanningen en die van uw collega's kanaliseren.
• De stappen beheersen die nodig zijn om meningsverschillen op te lossen.
• Anticiperen op moeilijke situaties en relaties.